Als je vaak op het water bent – of het nu op het IJsselmeer is, bij de Friese meren of tijdens een zomerse zeildag voor de kust van Zeeland – dan weet je hoe belangrijk veiligheid is. Maar eerlijk: hoeveel van ons weten eigenlijk wat het verschil is tussen een reddingsvest en een drijfhulpmiddel? En vooral… welk van de twee moet je nou echt dragen?
Ik heb zelf lang gedacht dat een drijfhulpmiddel “wel genoeg” was. Totdat ik eens een test deed tijdens een cursus op het Veerse Meer: kleren aan, onverwacht in het water, windkracht 5. Nou, dat “lichte” vest dat prima leek, hield me amper boven water. Sindsdien, geen twijfel meer. Franchement, ik draag altijd een echt reddingsvest als ik de open zee op ga. Als je trouwens wat breder wilt lezen over sportuitrusting en veiligheid, neem eens een kijkje op https://www.autour-du-sport.fr – daar vind je echt nuttige vergelijkingen.
Wat is een drijfhulpmiddel precies?

Een drijfhulpmiddel – ook wel “50N-vest” genoemd – is bedoeld om je te helpen drijven. Het geeft net genoeg drijfvermogen (meestal 50 Newton) zodat je niet direct zinkt. Perfect als je actief bezig bent op het water: suppen, kajakken, zeilen op een kleine boot, of windsurfen. Je blijft vrij bewegen, het zit comfortabel, en het weegt bijna niets.
Maar – en dat is een grote maar – het houdt je niet in leven als je bewusteloos raakt. Als je bijvoorbeeld uitglijdt, je hoofd stoot en in het water valt, dan draait een drijfhulpmiddel je niet op je rug. Je gezicht kan onder water blijven. Dat is het verschil tussen nat worden… en verdrinken.
Wat doet een reddingsvest dan wél?

Een echt reddingsvest (minimaal 100N drijfvermogen, vaak 150N of zelfs 275N voor offshore gebruik) is ontworpen om je te redden. Punt. Het draait je automatisch op je rug, houdt je hoofd boven water en zorgt dat je blijft ademen – zelfs als je bewusteloos bent.
De moderne opblaasbare reddingsvesten zijn trouwens stukken comfortabeler dan vroeger. Je hebt nauwelijks het gevoel dat je iets draagt. Ze blazen zich op zodra ze contact maken met water, of je kunt ze handmatig activeren. Let wel op de onderhoudsdatum van de CO₂-patronen; die vergeten mensen vaak te checken. Ik heb het zelf één keer gehad dat de patroon leeg was… niet handig midden op de Waddenzee.
Wanneer draag je wat?

Het hangt helemaal af van wat je doet. Voor korte tochten dicht bij de kust, of bij lichte watersporten, is een drijfhulpmiddel prima. Denk aan: kanoën, waterskiën, of lekker met de optimist op het meer.
Ga je verder de zee op, op een kajuitboot, of vaar je solo? Dan is een reddingsvest verplicht. Echt. Op open water kan een simpele golf of een koude duik het verschil maken tussen “even schrikken” en pure paniek. Bovendien is het in veel landen wettelijk verplicht om bij bepaalde omstandigheden een reddingsvest te dragen. Nederland is daar nog vrij mild in, maar dat wil niet zeggen dat je het risico moet nemen.
Even over comfort (en stijl, ja dat telt ook)

Veel mensen dragen liever een drijfhulpmiddel omdat het “beter zit”. Klopt. Het voelt minder warm, je kunt vrijer bewegen, en eerlijk is eerlijk: het staat vaak wat sportiever. Bij wedstrijden zie je bijna nooit iemand met een dik reddingsvest, tenzij het verplicht is.
Maar als het om veiligheid gaat, kies ik liever iets minder elegant dan spijt achteraf. Tegenwoordig zijn er trouwens reddingsvesten die nauwelijks te zien zijn, met smalle banden en automatische systemen. En ze zijn niet eens zo duur meer – rond de €100 voor een goed model met CE-keurmerk.
Mijn advies? Draag slim, niet stoer

Laat je niet verleiden door gemak. Op binnenwater, lekker spelen met vrienden of kinderen? Drijfhulpmiddel is prima. Ga je de zee op, de Wadden over, of zeil je lange afstanden? Dan is een reddingsvest gewoon de enige juiste keuze.
En check het ding regelmatig: CO₂-patroon, kliksluiting, drijfvermogen. Een reddingsvest dat niet werkt, is net zo nutteloos als geen vest dragen. Dus, wat kies jij de volgende keer dat je het water opgaat?
Samengevat: drijfhulpmiddel voor actie en comfort, reddingsvest voor veiligheid en zekerheid. Simpel, toch?
